nieuws

Column in AMT Magazine van Anton van der Linden
GMTO, antonvanderlinden trainer, automotive, AMT, Column

Contactpunten vervangen, ontsteking afstellen, kleppen stellen… Zaken waar de moderne autotechnicus zich amper iets bij voor kan stellen. Voor columnist Anton van der Linden was het toen hij begon te sleutelen nog dagelijkse kost. Maar: nieuwe technologie vraagt steeds weer nieuwe kennis. Het autovak blijft dus altijd uitdagend.

Begin jaren ‘80 begon ik met sleutelen. Op de basisschool wist ik al dat ik automonteur wilde worden. Mijn schooladvies was mavo, maar op de lts kon je leren voor automonteur, dus daar wilde ik heen. Mijn moeder wist mij echter te overtuigen om toch naar de mavo te gaan. Gelukkig maar, want een goede theoretische basis is echt niet verkeerd in ons vak.

Vakmanschap nodig om een motor mooi en zuinig te laten draaien

Mijn vader had een universeel autobedrijf en daar kon ik sleutelen aan mijn praktijkkennis. Toen waren de voertuigen nog niet zo gecompliceerd. Ik bouwde zelfs mijn eigen race-Mini waarmee ik de ovalracebaan bij mij om de hoek onveilig maakte. Ruim voor ik aan mijn opleiding autotechniek begon!

Het autovak was misschien minder complex, maar ook toen al veelzijdig en je moest zeker over behoorlijk wat kennis en vaardigheden beschikken. Er was vakmanschap nodig om een motor mooi en zuinig te laten draaien. Je moest contactpunten vervangen en ontsteking afstellen, kleppen stellen (wat echt regelmatig noodzakelijk was!), maar ook emissies afstellen met een carburateur.

Metaalbewerken deden we ook zelf. Een uitlaat repareren of roestschadereparatie was dagelijkse kost. Ook al was de elektronica nog niet zo gecompliceerd, je moest er wel wat verstand van hebben, want een accessoire inbouwen deed je echt helemaal zelf. Bijvoorbeeld een mistlamp. Je kunt er je nu niets meer bij voorstellen, maar een startmotor of dynamo repareren deed je gewoon in de werkplaats.

Vakkennis van regelelektronica is essentieel

In de loop van de jaren zijn de voertuigen behoorlijk geëvolueerd en daarmee ook het vak. Vakkennis van regelelektronica en hoe deze onderling communiceren is essentieel. De verbrandingsmotor is bijna onderhoudsvrij. Het gaat daarbij vooral om de details, dus enige finesse bij reparaties is noodzakelijk. Werken aan moderne voertuigen vraagt om andere, specifieke kennis. Om maar te zwijgen van de nieuwe en complexe equipment waarmee de werkplaats tegenwoordig werkt. Een autotechnicus is bijna een IT’er geworden.

In de schadebranche is het niet anders. De voertuigen die nu in de schadewerkplaats verschijnen zien er in de basis hetzelfde uit als die uit de jaren ’80: een carrosserie en vier wielen, maar gebruikte materialen en verbindingstechnieken zijn enorm veranderd. Dat vraagt andere vaardigheden en kennis van de schadetechnicus. Ook in de schadewerkplaats is kennis van elektronica noodzakelijk. De sensoren ‘hangen’ tegenwoordig in de carrosserie van de auto, denk aan een sensor om een voertuig keyless te openen of ADAS-sensoren. Bij schade meestal het eerste wat geraakt wordt.

Nu hebben we de eerste stappen gezet in het elektrische tijdperk. Deze E-voertuigen vragen wederom nieuwe kennis van technici. Kennis over de techniek maar ook over veiligheid, want we gaan werken onder hoogspanning. Letterlijk! Nieuwe technieken, nieuwe tools en equipment en nieuwe gevaren… Als techneut in de (schade)werkplaats heb je dus altijd uitdaging! Mooi vak hè?

Bron: AMT Magazine / AMT Online 

nieuwsColumn in AMT Magazine van Anton van der Linden